Spoor in Beweging
Op 10 september organiseerden Railforum en de Jonge Veranderaars samen met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een middag over de evaluatie op de spoorwetgeving. Bij aanvang van de bijeenkomst gaf Johan Jacobs aan de bijeenkomst te willen gebruiken om er achter te komen hoe het kabinetsstandpunt in onze sector gevallen is. Daarnaast blikten we vooruit op de uitvoeringsagenda.
Presentatie Johan Jacobs, directeur spoorvervoer, Ministerie Verkeer en Waterstaat
Het kabinet heeft grote ambities voor de spoorsector. Daarbij zijn er vier speerpunten benoemd om de kwaliteit en capaciteit van personen- en goederenvervoer te verbeteren:
- · Hoogfrequent spoorvervoer op de drukste trajecten in de brede Randstad
- · Samenhangende regionale OV-systemen waarvan het spoorvervoer de ruggengraat vormt
- · Kwaliteit van de reistijden naar landsdelen
- · Een toekomstvaste routestrategie voor het goederenvervoer
De presentatie van het kabinetsstandpunt heeft veel publiciteit gekregen. De krantenkoppen gaven onder andere aan dat samenwerking van de spoorpartijen noodzakelijk is. Ook moeten tariefschokken worden voorkomen en richting worden gegeven aan de achterliggende systematiek. Pas de capaciteitsverdeling aan voor iedereen. Er is te weinig oor voor decentrale overheden. Het spoor moet stiller en een onafhankelijk geschilbeslechting is noodzakelijk. Neem onderhoud mee bij de capaciteitsverdeling en neem onduidelijkheid van de bijkomende diensten weg. Verbeter de positie van de kleinere vervoerders t.o.v. ProRail. Niet alle verbeteringen zijn te realiseren door wet- en regelgeving. Gedrag en samenwerking tussen de spoorpartijen die het waar moeten maken is minstens zo belangrijk.
Nederland scoort beter dan gemiddeld, in vergelijking met andere landen in Europa, op het gebied van veiligheid. Risico’s moeten in beeld worden gebracht om ze te beheersen. De spoorwetgeving heeft de veiligheidseisen zelf niet veranderd alleen anders onder gebracht.
De wet- en regelgeving zijn een goed fundament, maar verdere uitwerking en verbetering op diverse punten is nodig. Ook is het belang van Europa voor de spoorsector steeds groter. Het implementeren van Europese regels In Nederland hebben blijvende aandacht. ProRail en IVW onderstrepen dit.
Reacties uit de zaal
Deelnemers uit de zaal zeggen dat zij zich er in herkennen en dat ze met veel dingen uit het kabinetsstandpunt blij zijn. Er zitten nog wel losse eindjes, maar dat ligt er dan wel aan vanuit welke discipline je er naar kijkt. Conclusie is dat het een evenwichtig stuk is, waarbij alle partijen betrokken zijn en het proces is zorgvuldig uitgevoerd. Wel lijkt het kabinetsstandpunt hier en daar te lief, dus verdere aanscherping vandaag is nuttig
Beheer
In de parallelsessie over beheer ging de discussie vooral over het spanningsveld tussen het faciliteren van de reiziger en het onderhoud. ProRail moet beter leren hoe financieel transparant te opereren. Het is nu te weinig inzichtelijk, zodat keuzes maken en mogelijkheden bieden lastig is. Het goederenvervoer heeft nu tijdelijk 25% minder omzet. Er moet differentiatie komen in gebruiksvergoeding, ProRail 10%, overig 90% kosten. Concluderend zegt men dat er meer transparantie moet zijn om de supplychain beter te bedienen. Meer accent in de uitvoeringsagenda op economische en klantprikkels.
Samenwerking, inclusief veiligheid
De wil om samen te werken is er wel. De vraag rees wie er verantwoordelijk is voor de interface rail-voertuig-innovaties, bijvoorbeeld ERMTS. Vaak maakt het zichtbare nut voor de klant dat partijen in beweging komen. Bij projecten zoals ERTMS is dat lastiger. De proef met elke 10 minuten een trein van Amsterdam naar Eindhoven is succesvol verlopen. Hoe groter het klantbelang, hoe sneller de leiding wordt genomen door bijvoorbeeld de vervoerder. Het is arrogant te denken dat de overheid alleen op afstand moet opereren. Samenwerken is het belangrijkste.
Hoofdrailnet
Voor OV-kwaliteit moet je goed kijken naar de grenzen en ordening van het hoofdrailnet; samengebruik, decentraliseren en uitbreidingen. Knippen in het hoofdrailnet maakt het complexer. Decentrale overheden willen geen geïsoleerde lijnen, maar juist verstrengeling. Op veel punten kan dat ook. De discussie moet zich richten op capaciteit en integrale dienstverlening. Het hoofdrailnet moet onderzocht worden op bereikbaarheid en de samenloop moet worden vormgegeven. Het gaat om kwaliteitsverbetering voor de reiziger. Wel de vraag blijven stellen: Wat levert het op?
Decentrale overheid en regionale vervoerder
Er moeten heldere afspraken worden gemaakt met een duidelijk rolverdeling. De samenwerking in de vervoersector is nog onvoldoende, maar de common sense neemt toe. De uitvoeringsagenda moet worden aangevuld met een einddoel en ambitie. Er is nog niet genoeg integraliteit en men moet de vraag stellen wat het oplevert voor de reiziger. Zoek elkaar op, luister goed en doe er wat mee. Tot slot stelt men dat reisinformatie, voor- en natransport, fiets en ketenmobiliteit onvoldoende in het kabinetsstandpunt zijn terug te vinden.
Afronding door Ronald Nomes
Veel thema’s die genoemd zijn, staan genoemd in het kabinetsstandpunt. Over de rol en verantwoordelijkheid van de overheid mbt innovatie moet nog worden doorgepraat. Transparantie is een speerpunt en de reikwijdte en samenloop op het hoofdrailnet moeten verder onderzocht worden vanuit de klant. De overheid moet regisseur zijn, ook als het pijn doet.
Het fundament van de wetgeving is prima, maar de uitvoeringsagenda kan concreter. Thema’s, partijen en mijlpalen zijn vandaag wel benoemd. Ronald Nomes nodigt alle partijen een bijdrage te leveren aan de Uitvoeringsagenda.