Laten we internationale treinreizen net zo goed maken als binnenlandse
Ik stond vanochtend op Amsterdam Centraal met mijn automatische opladende chipkaart, gratis Wi-Fi op het station en in de trein en wat lekkers van de AH to go. Ik check in zonder naar het scherm te kijken; ik hoor het piepje wel. Ik ga volautomatisch naar mijn perron – ik weet waar mijn trein vrijwel altijd vertrekt. Eenmaal in Den Haag heb ik deze ov-fiets gepakt en nu sta ik fris op deze bühne.
Reis je 100km van Amsterdam, gaat het voor de reiziger bijna altijd zo. Reis je 100km vanaf Den Haag naar het zuiden toe, loopt het helemaal anders.
Welke trein moet ik hebben? Oh, schijnt dat er een besteltermijn is. Supersaver heb ik al helaas gemist. Hoeveel is full-flex?! Drie keer overstappen? Wat bedoel je dat deze trein geen wifi heeft?
Vanaf de jaren negentig zijn de Europese grenzen op veel opzichten steeds vager geworden. Voor al de autobezitters onder ons en de budgetvliegers is het doodgewoon om even naar een ander land te gaan om te winkelen of vrienden te bezoeken.
In onze sector bestaan echter de grenzen nog keihard. Concurrentie door marktliberalisatie schijnt ons bang te hebben gemaakt.
De machtige spoorbazen, die vroeger vanuit hun veilige thuisbasis tientallen internationale routes onder de namen TransEuropExpress of EuroCity samen hebben aangelegd, zijn al lang grotendeels in Europa verdwenen. De flitsende maar dure TGVs en ICEs zijn wel sneller en luxer maar die hebben geen ruimte overgelaten voor de »gewone« Eurocity’s.
Waarom is ons OV zo goed geregeld tot aan de grens? Waarom lukt het ons niet om buiten onze grens te kijken en onze ambities en kennis van deur-tot-deur OV breed te exporteren?
Het begint al bij het kopen van een treinkaartje. Zoals Liesbeth van Tongeren, kamerlid van Groenlinks, laatst twitterde: »Je boekt een vlucht binnen 5 minuten met helder overzicht van je opties. Treinkaartje buitenland vereist Wetenschappelijk Onderwijs.« Genoeg mensen roepen: »de nachttreinen zijn niet meer van deze tijd« of die langeafstandstreinen zijn voor de hobbyist.
Hoe zien we de markt bewegen? We zien dat busmaatschappijen en zelfs de budgetvliegers zoals EasyJet deze rol gaan overnemen. Je kunt met gemak voor stuntprijzen met de bus van Amsterdam naar Brussel of vliegen van Amsterdam naar Hamburg. Het is toch raar dat voor de ideale afstand van de trein de bus en het vliegtuig de markt veroveren!
Waarom werpen we figuurlijke en werkelijke drempels op als we denken over bestemmingen buiten ons land? Waarom zijn er nog grenstoeslagen op een gewone rit naar een buurland? Ik pleit ervoor dat we de barrières en muren tussen steden en landen afbreken. De rit van Den Haag naar Antwerpen moet toch net zo dichtbij zijn als die van Amsterdam naar Den Haag.
Het is één ding om over een rooskleuriger toekomst te praten maar het is een ander om hier actief iets aan te doen. Wij geloven in de kracht van internationale treinreizen en zien de potentie hiervan in. Samen met 9292, RoyalHaskoningDHV, Natuur&Milieu en talrijke Europese young professionals steunen we Train2EU. Een beweging die aan de slag gaat om internationale treinreizen te verbeteren! Een beweging waar iedereen aan mee kan doen, jong en oud, directeur of werknemer. Iedereen kan bijdragen!
Onze eerste stop is over twee weken Brussel, een stad die zonder staatsgrens veel dichterbij zou moeten lijken. We gaan in gesprek met de Europese Commissie en het Europese Parlement. Wij willen bij de Europese beleidsmakers duidelijk maken dat zij aan zet zijn en zich moeten keren tegen nationalistische protectionisme en een markt waar concurreren ten kosten gaat van samenwerking. We beginnen met de eerste vraag om wat te doen aan de verkoop van treinkaartjes en real-time reisinformatie.
Kijk naar de kaart en denk aan een Europa zonder grenzen. Waar wil je vandaag naartoe gaan? Morgen gaan we samen eraan werken om die bestemmingen bereikbaar te maken.