It’s the end of OV as we know it
Op Rail-Tech 2015 presenteert JV haar nieuwe visie op de toekomst van het openbaar vervoer. Daarop vooruitlopend delen we die visie natuurlijk graag met onze leden en zijn we benieuwd naar jullie reacties.
Anno 2015 bevinden we ons in een overgangssituatie; van analoog naar digitaal, van het oude werken naar het nieuwe, van modaliteit naar mobiliteit. Deze ontwikkelingen zorgen voor meer gemak in onze levens, maar tegelijkertijd brengen ze aarzelingen met zich mee. En de schijn van instabiliteit in de Europese Unie biedt daarvoor geen houvast. Ook in deze tijd moeten we, ook in onze sector, de vraag blijven stellen: Hoe ziet onze toekomst eruit?
JV stelt dat de reiziger centraal moet staan en vindt dat die zo gemakkelijk en probleemloos mogelijk haar of zijn reis moet kunnen maken. Welke modaliteit wordt gebruikt is irrelevant; mobiliteit is de kern, flexibel en gepersonaliseerd reizen de norm.
Nu vechten modaliteiten tegen elkaar om reizigers te werven (auto versus trein, bus versus fiets) en we vrezen de komst van nieuwe spelers op de markt (Uber, IC Bus, etc.). Waar oudere generaties wellicht nog denken in vervoersmiddelen, zijn jongeren al gewend aan denken in hele reizen. Wij pakken niet of de bus, of de trein, of de fiets. Wij pakken de beste combinatie van vervoersmiddelen voor de reis die wij op dit moment willen maken. In de toekomst wordt dit de gangbare manier van reizen, mobiliteit is een combinatie van alle middelen. En naast de eigen middelen en het ov komen ook de zelfrijdende auto’s en bussen eraan. Bovendien, zo blijkt, wordt de deeleconomie steeds belangrijker en bezit steeds minder aantrekkelijk. Het is aan de markt om daar op aan te sluiten.
De nieuwe spelers en technologieën zorgen overigens voor veel onrust, maar waarom eigenlijk? Is onze sector te laks geweest, hebben we deze ontwikkelingen niet voorzien? De deeleconomie en de participatiemaatschappij zijn hot issues in de politiek en in de markt. Maar is openbaar vervoer, met meer dan 175 jaar ervaring, niet al de grootste speler?
We moeten niet bang zijn voor onze positie binnen de sector, want uiteindelijk kunnen we in de huidige structuren niet voortbestaan. We moeten juist de nieuwe technologische ontwikkelingen zoals de zelfrijdende bus of auto omarmen. Deze nieuwe middelen zijn de perfecte aanvulling op de bestaande ov-infrastructuur. Zo zouden streekvervoerders hun grote – nog wel eens leeg door het land rijdende – bussen kunnen vervangen voor kleinere exemplaren die op aanvraag de reiziger vervoeren wanneer dat nodig is. Wij van JV vinden ook dat we onze kennis met elkaar moeten delen om samen vooruit te komen. Natuurlijk, dit kan betekenen dat de verhoudingen in de markt veranderen. Maar een betrouwbare dienst voor de reiziger en een gezonde financiële basis rechtvaardigen deze veranderingen. Bovendien is ruimte voor kleinere spelers essentieel voor een gezonde markt.
Dit alles kan zolang er maar naadloos wordt afgestemd tussen de partijen. De markt moet zich voorbereiden op een situatie waarbij autoriteiten de kaders neerzetten waarbinnen de markt kan opereren. Beleid is niet langer een kwestie van concessies verlenen en subsidies beschikbaar stellen, maar van perfecte regelgeving ontwikkelen. Aanbieders van (zelfrijdend) vervoer moeten met elkaar samenwerken en open netwerken en protocollen gebruiken zodat alle informatie voor de reiziger beschikbaar is. Datzelfde geldt ook voor betalingssystemen. De reiziger accepteert een opgeknipt chipkaartsysteem slechts één keer. In welke vorm dan ook, de berekening van tarieven moet eenduidig, helder en transparant zijn. En dat geldt uiteraard niet alleen tot aan de landsgrenzen.
De komende tijd ondergaat het openbaar vervoer een metamorfose. Het idee dat de reiziger onderscheid maakt tussen openbaar en eigen vervoer vervaagt. De reiziger zal flexibeler worden en ad hoc keuzes maken op basis van snelheid, beschikbaarheid, comfort en kosten. Hier moet de markt op inspelen. Binnen tien jaar houdt openbaar vervoer in zijn huidige vorm op te bestaan. Openbaar vervoer zal gewoon vervoer heten, het is mobiliteit. Of het vervoersmiddel nu van jezelf is of gehuurd en of het bestuurd wordt door jezelf, door iemand anders of door een systeem, het maakt niet uit. Door de alsmaar verbeterende informatievoorziening is de keuze reuze, de overstap naar een ander mobiliteit vanzelfsprekend en de lijnennetkaart zo groot als het hele land.