Verslag bijeenkomst Tramveiligheid
Hoe veilig is onze traminfrastructuur in Nederland?
De veiligheid van de infrastructuur is een discussie van alle tijden. Niet alleen van de tram, maar voor alle weggebruikers en alle vormen van het openbaar vervoer. Het kersverse JV-bestuurslid Laurens Vet opende de middag. Hij stond nog even stil bij de botsing tussen hoogwerker en trein in Dalfsen, waarbij de machinist overleed. Triest maar waar, het toont de nut en noodzaak van veilige infrastructuur nog maar weer eens aan.
De middag zelf trapte af met Cees Smit en Robert-Jan Roos (Arcadis). Zij zijn de afgelopen periode druk bezig geweest met het COST-onderzoek, wat staat voor European Cooperation in Science and Technology. In dit onderzoek werd in veertien landen samengewerkt in onderzoek naar tramveiligheid in de stedelijke omgeving. Naast infrastructurele maatregelen, werd aangegeven dat meerdere factoren van invloed kunnen zijn op het gedrag van mensen rondom de tram. Zo gaat men in steden die al sinds jaar en dag een tram hebben daar anders mee om, dan in steden die pas relatief recent een tramverbinding hebben zoals Edinburgh en Dublin. Na door de presentatie van de resultaten te zijn geïnformeerd zijn de JV’ers, samen met de trambeheerders aan de slag gegaan. De aanwezigen werden naar voorkeur ingedeeld bij de vier casussen, elke casus behorend bij een van de vier tramnetwerken van Nederland, waarna de resultaten werden gepresenteerd.
Casus 1: Tram-trambotsingen Rotterdam
Tram-tram-botsingen komen wel eens voor. In Rotterdam is dit wel eens met drie trams tegelijkertijd gebeurd. In deze casus werd duidelijk dat vanuit veiligheidsoogpunt trams niet gelijktijdig bij een halte gepland moeten worden, maar vanuit exploitatieoogpunt juist wel voor een comfortabele overstap. De RET monitort ongevallen regelmatig en gestructureerd. Bij ongevallen is vaak te zien dat de auto een links afslaande beweging maakt en dat 80% van deze ongevallen te voorkomen is. Bij situaties waar vaak ongevallen tussen tram en auto plaatsvinden onderneemt de RET actie bij de wegbeheerder. Bijvoorbeeld door te pleiten voor verandering van VRI’s en voorrangsregelingen.
De belangrijkste genoemde oorzaak van tram-tram-botsingen lijkt bij de trambestuurders zelf te liggen. Hier leek bij de plenaire discussie het niet iedereen over eens te zijn. “Je mag verwachten dat trambestuurders professioneel in het verkeer deelnemen, zoals dit van autobestuurders ook wordt verwacht”, aldus een aanwezige. Een Jonge Veranderaar met ervaring in trambesturing liet wel weten dat het soms lange dagen zijn, waarin de concentratie wel eens verslapt en een ongeluk dus in een klein hoekje zit. De oplossing lijkt dus voor een groot deel te liggen bij de trambestuurders
Casus 2: Tijdelijke tramhaltes Uithoflijn i.c.m. bestaand busstation Utrecht CS- Centrumzijde
De toekomstige Uithoflijn in Utrecht krijgt een tijdelijke eindhalte op het huidige Stationsplein-Centrumzijde. Naast de trams zullen de bussen hier ook halte houden. Dit leidt tot frequent kruisende tram-bus bewegingen. De Jonge Veranderaars zien risico’s in de veel aanwezige dode hoeken, potentiële hoge snelheden van trams en de aanwezige kans op roodlichtnegatie. Mogelijke maatregelen zijn: Spiegels om dode hoeken te voorkomen; Duidelijke voorrangsregels; Verkeersregelinstallaties voor één richting, alle richtingen of specifiek aangegeven richtingen. Ook werden knipperlichten boven vetrekkende perrons genoemd als oplossing. LED-strips in de te gaan gebruiken trambaan i.c.m. met een monitor waarop de vertrekkende trams staan attendeert de buschauffeurs. Een andere optie is om de vetrekkende tram bij de bussen in de wachtrij te zetten.
Casus 3: Zwaardere en bredere trams in Den Haag
Sinds november rijden de Avenio’s van Siemens in Den Haag rond. Deze stadstram is aanzienlijk (20 cm) breder dan de welbekende GTL en betekende dat half Den Haag aangepast moest worden om het Profiel van Vrije Ruimte te blijven garanderen. Ondanks dat de al aanwezige en nog bredere Citadis’ in Den Haag rijden, zullen de Avenio’s ook in de drukke binnenstad gaan rijden. Dit leidt volgens de Jonge Veranderaars tot verschillende risico’s. Allereerst leidt het grotere gewicht leidt tot snellere slijtage van de infrastructuur. Ook zal de lage instap voor problemen kunnen zorgen bij verhoogde haltes, met kans op struikelgevaar. Indien deze haltes zijn aangepast voor de routes van de Avenio, welke problemen kunnen er dan ontstaan als omleidingsroutes worden toegepast? Tevens kan voor zowel trambestuurder als deelnemend verkeer het verschillend remgedrag van trams leiden tot onverwachte situaties. Deze onverwachte situaties ontstaan ook voor fietsers en voetgangers als je kijkt naar de verschillende trambreedten. Het langsrijden van een GTL in een drukke smalle straat, direct gevolgd door een bredere Avenio kan leiden tot inschattingsfouten waardoor een tram wel eens heel vlak langs je heen rijdt. Dit risico lijkt zelfs nog groter te zijn in bogen.
Casus 4: Een Europese hot-spot: Kruising Stadhouderskade-Hobbemastraat
Amsterdam, fietsstad. Fietsers zijn de koning op de weg, of in ieder geval gedragen ze zich zo. In situaties waar een tram afslaat, dient de fietser voorrang te verlenen. Echter, als de tram voor de fietser in de dode hoek rijdt, kan de fietser de tram niet altijd zien aankomen. Bij de hotspot volgt de tram een stuk van de Stadhouderskade om vervolgens dwars over te steken en de Hobbemastraat in te gaan. Hier komen ondanks de verkeerregelinstallaties veel rijconflicten voor tussen tram en het overige verkeer. In de casus kwamen de Jonge Veranderaars met verschillende oplossingen. Een rigoureuze, maar veilige oplossing is de tram onderdeel uit laten maken van het autoverkeer op de Stadhouderskade. Nu zijn het namelijk gescheiden verkeerstromen. Een quick-win is het toepassen van led-verlichting in de trambaan. Het verkeer wordt hierdoor tijdig gewaarschuwd als een tram de weg gaat kruisen. Een andere oplossing is het herinrichten van het fietspad zodat fietsers de tram haaks kruisen , zodat de dode hoeken worden verminderd. Gebaseerd op de Z-vormige looproutes uit de proef in Stuttgart.
Het was voor zowel de oude en nieuwe JV’ers als voor de trambeheerders een leerzame middag, waarbij inzichten zijn gedeeld en oplossingen zijn aangedragen. Hieronder kun je het rapport van het Europese COST-onderzoek: Operation and safety of tramways in interaction with public space lezen en de presentatie van Cees Smit en Robert-Jan Roos op de bijeenkomst bekijken.
Final Report Operation and safety of tramways in interaction with public space
Presentatie Cees Smit en Robert-Jan Roos